Direct naar artikelinhoud

Buren dispuutshuis ASC wanhopig door overlast

Aan de Kloveniersburgwal breidde een van de dispuutshuizen van het Amsterdamsch Studenten Corps twee jaar geleden uit. Voor de buren is de overlast inmiddels niet meer hanteerbaar.

Sinds twee jaar worden alle verdiepingen van het grachtenpand bewoond door studentenBeeld Rink Hof

Zes jongens drinken rond half vier 's middags bier in de zon, op de stoep voor het grachtenpand dat ze bewonen. Een aantal zittend op de naar buiten gesleepte bank met zebraprint, anderen staand met een sigaret in hun hand.

Een van de jongens gooit een leeg plastic glas het souterrain in. 's Avonds staan er op dezelfde plek twintig jongens. Allen dragen ze een wit overhemd met das, sommigen met een jasje of grijs gilet erover. Later verdwijnen ze in het souterrain voor een vergadering, halfvolle plastic glazen met bier en sigaretten op de stoep achterlatend.

Het huis van mannendispuut Beaufort op de Kloveniersburgwal, gelieerd aan het Amsterdamsch Studenten Corps (ASC), zorgt al jaren voor overlast, vinden omwonenden. Als er op de patio wordt gepraat, galmt dat door de hele binnenplaats. Voor de feestjes in het souterrain, waarin zich een bar bevindt, komt de politie soms verschillende keren per nacht langs.

Roé en Gaia Cerpac zijn het na acht jaar meer dan zat. "We voelen ons geterroriseerd in ons eigen huis, terwijl we hier zo graag wonen. Keer op keer hebben we geprobeerd het onderling op te lossen en afspraken met ze te maken, maar die komen ze niet na," zegt Gaia Cerpac.

Het verloop in het huis is groot. Ieder jaar komen er nieuwe bewoners bij en vertrekken mensen die afgestudeerd zijn of willen gaan afstuderen in een rustigere omgeving. Gaia Cerpac: "Een op een zijn ze hartstikke aardig en kunnen we met ze praten. Maar er blijven smoesjes komen: het was iemand die er niet woont of een nieuwe bewoner die niet van de afspraken wist."  

500 vierkante meter dispuutshuis
Tien jaar geleden kwam het echtpaar Cerpac met hun toen 5-jarige zoon naast de studenten wonen. Op de benedenverdieping zat toen nog een makelaarsbedrijf en op de etage naast het stel was het een stuk rustiger. Het aantal feestjes zou meevallen, zeiden de jongens voordat het stel het huis kocht.

Maar twee jaar later kocht de stichting achter het dispuut het hele pand - zo'n vijfhonderd vierkante meter met een dakterras, binnenplaats en een souterrain. Alle verdiepingen worden sindsdien gebruikt voor studentenkamers.

Dat was ook het moment dat de overlast explosief toenam. De geluidsisolatie is slecht in de oude panden. Het lijkt alsof de studenten naast het bed staan wanneer ze in het buurhuis met elkaar praten, constateert het echtpaar Cerpac. Voor hun zoon hebben ze in een berging buiten het huis een kamer gemaakt, omdat hij zo slecht sliep.

"We hebben er bewust voor gekozen in de binnenstad te wonen en weten dat je dan niet alleen vogeltjes hoort fluiten," zegt Gaia Cerpac. Haar man voegt daaraan toe: "Maar het is niet normaal dat je je vrouw ziet huilen als je 's ochtends wakker wordt. Ik ben opgegroeid in Israël, een land in oorlog, en heb heel erge dingen gezien, maar niets daarvan riep dit gevoel van machteloosheid op. Ze verscheuren ons leven."

In de steek gelaten
Een ander stel, dat niet met hun naam in de krant wil, is een half jaar geleden verhuisd - hun pasgeboren baby barstte door het lawaai constant in huilen uit en kreeg amper nachtrust. "We werden echt wanhopig. Ik heb 's nachts hoogzwanger in hun huis gestaan om ze te smeken of de muziek uit te zetten. Zelfs toen hielden ze geen rekening met ons," zegt de verhuisde buurvrouw.

€20.000

Bij de uitbreiding van het dispuutshuis werd voor 20.000 euro verbouwd om geluidsoverlast tegen te gaan.

Eerder heeft de huiseigenaar geprobeerd de geluidsoverlast te verminderen door - voor in totaal twintigduizend euro - bouwkundige maatregelen te treffen. De bovenverdieping is extra geïsoleerd, de dakramen zijn vervangen zodat deze niet meer open kunnen en er is airco in de woonkamer geplaatst zodat de studenten niet door de hitte naar buiten gedreven worden.

"We hebben altijd geprobeerd te luisteren naar de klachten en mee te denken over hoe we dit het best konden oplossen," zegt Rick Roerink, oud-bewoner en bestuurslid van de stichting die eigenaar van het pand is. "Ook is er twee jaar geleden een huisreglement opgesteld, waarin regels voor de bewoners en een aantal straffen zijn vastgelegd."

Normale communicatie
Inmiddels is er vanuit de gemeente een bemiddelaar ingeschakeld om afspraken te maken en die vast te leggen in een contract. Desondanks voelen de Cerpacs zich door de gemeente in de steek gelaten. Roé Cerpac: "In het afgelopen half jaar hebben we dankzij de bemiddelaar vooruitgang geboekt en daar zijn we heel blij mee, maar naar onze mening kwam dit ontzettend laat. We smeken al jaren om hulp en nog steeds proberen de jongens te onderhandelen over hun 'recht' om lawaai te maken."

Dat het stel, juist nu de laatste hand aan het contract wordt gelegd, de media opzoekt, vindt Roerink wrang. "De relatie tussen de buren en mij is altijd goed geweest en we proberen te luisteren en de maatregelen te laten aansluiten op hun wensen. Wij hadden het idee dat we deze overeenkomst binnenkort zouden afronden en eindelijk op weg waren naar een redelijke oplossing. Wij vinden dit ook vervelend en willen toe naar normale communicatie, van buren naar buren."

We smeken al jaren om hulp en nog steeds proberen de jongens te onderhandelen over hun 'recht' om lawaai te maken

Elke middag het laatste nieuws uit Amsterdam ontvangen? Schrijf je nu in voor de gratis nieuwsbrief van Het Parool.